Verplichting tot de inspectie van de afscheidingsinstallaties (OBAS) volgens de NEN 858-2
Afscheidingsinstallaties, ook wel oliebenzineafscheider (OBAS) genoemd, zijn aangesloten aan het einde van een bedrijfsriolering. De afscheidingsinstallaties moeten periodiek worden gekeurd op functioneren volgens de NEN 858-2De afscheidingsinstallatie moet worden gecontroleerd.
2 keer per jaar moet de sliblaag en de drijflaag worden gecontroleerd. 1 keer per 5 jaar moet de technische staat worden beoordeeld van de afscheidingsinstallatie. Hierbij wordt gecontroleerd op de algemene staat van functioneren, en de bouwkundige staat. Tevens dient de vloeistofdichtheid te worden bepaald dit kan visueel of met een hydrologische test. ABV Haukes kan de ½ jaarlijkse en 5 jaarlijkse keuringen voor u uitvoeren.Wettekst:
Artikel 4.499 (water: emissiegrenswaarde lozing in een vuilwaterriool)
Voor het afvalwater dat wordt geloosd in een vuilwaterriool, is de emissiegrenswaarde voor olie 20 mg/l, gemeten in een steekmonster, of dat afvalwater wordt voor vermenging met ander afvalwater geleid door een slibvangput en olieafscheider: a volgens NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2; of b die zijn geplaatst voor 2 november 2010 en zijn afgestemd op de hoeveelheid afvalwater die wordt geloosd.Toelichting uit Stb. 2018-293 op artikel 4.499 (emissiegrenswaarde lozing in een vuilwaterriool)
Bij het lozen van afvalwater van een aaneengesloten bodemvoorziening geldt een emissiegrenswaarde voor olie. Als een olieafscheider wordt toegepast die voldoet aan de NEN-EN-norm, geldt de emissiegrenswaarde niet. Een slibvangput en olieafscheider, die vóór 2 november 2010 zijn geplaatst, hoeven niet te voldoen aan de NEN-EN 858-1 en 2. Op 2 november 2010 is de voorgaande NEN-norm, NEN 7089, ingetrokken, waardoor er niet naar verwezen kan worden, maar olieafscheiders die aan deze norm voldeden zorgen ook voor een adequate bescherming van het milieu. Van olieafscheiders die geplaatst zijn voor 2 november 2010 wordt aangenomen dat deze via toezicht en handhaving adequaat zijn. Van belang is wel dat de olieafscheider voldoende gedimensioneerd is, daarom is de voorwaarde opgenomen dat ze zijn «afgestemd op de hoeveelheid water». Als er geen of nauwelijks olie wordt gebruikt in het proces of zo zorgvuldig wordt gewerkt dat geen olie in het afvalwater geraakt, kan voldaan worden aan de grenswaarde van 20 mg/l. Er is dan geen voorziening in de vorm van een olieafscheider nodig.Toelichting artikel 4.499 n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-400
Aanvulling 1 (A1) maakt onderdeel uit van de norm NEN-EN 858-1 en dient dan ook niet als aparte norm te worden genoemd. Met het vervallen van «of NEN-EN 858-1/A1» wordt dat hersteldDeze informatie is afkomstig van de website www.iplo.nl