Verplichting tot gecertificeerd herstel of inspectie na een jaarlijkse bedrijfsinterne controle
Vloeistofdichte bodemvoorzieningen moeten minimaal jaarlijks worden gecontroleerd. Dit heet de bedrijfsinterne controle (BIC). Als eigenaar van de vloeistofdichte bodemvoorziening voert u deze controle zelf uit of laat u deze uitvoeren. Wanneer er bij de jaarlijkse bedrijfsinterne controle gebreken of beschadigingen zijn geconstateerd moet u deze tijdig laten herstellen. Aan het herstel en aan de controle van het herstel zijn in het Bal eisen gesteld.Na reparatie van het gerepareerde deel moet dit opnieuw worden beoordeeld en goedgekeurd door een deskundig inspecteur.
De deskundig inspecteur moet werkzaam zijn bij een inspectie-instelling met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC17020 en een accreditatie voor AS SIKB 6700. Wanneer het herstel plaatsvindt door een aannemer met een BRL SIKB 7700 is een herinspectie niet nodig. De aannemer zal dan een bewijs van herstel onder certificaat (BHOC) afgeven. De aannemer dient in het juiste bezit te zijn van het BRL SIKB 7700 voor de te herstellen gebreken (denk hierbij aan herstelwerk van beton, asfalt, coating of voegafdichtingen)Wettekst:
Artikel 5.19 (bodem: beoordeling vloeistofdichte bodemvoorziening)
5. Als een vloeistofdichte bodemvoorziening of het vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool is gerepareerd, wordt na reparatie het gerepareerde deel opnieuw beoordeeld en goedgekeurd door een instantie als bedoeld in het eerste lid, tenzij de reparatie wordt verricht door een onderneming met een certificaat voor BRL SIKB 7700 verstrekt door een certificatie-instantie met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17065 voor die BRL.
Toelichting uit Stb. 2018-293 op artikel 5.19, vijfde lid
In het vijfde lid wordt aangegeven dat geconstateerde gebreken verholpen moeten worden. Als de reparatie door een niet-erkend bedrijf wordt uitgevoerd, dient er een beoordeling en goedkeuring volgens het eerste lid uitgevoerd te worden. Als de reparatie door een erkend bedrijf wordt uitgevoerd, wordt door het erkend bedrijf een bewijs herstel onder certificaat (BHOC) afgegeven en is de beoordeling en goedkeuring volgens het eerste lid niet nodig.Toelichting artikel 5.19, vijfde lid n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-400
In het vijfde lid wordt «erkenning bodemkwaliteit voor BRL SIKB 7700» vervangen door «certificaat voor BRL SIKB 7700 verstrekt door een certificatie-instantie met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17065 voor die BRL». De reden hiervoor is dat het repareren (herstellen) van een vloeistofdichte bodemvoorziening geen werkzaamheid is waarvoor een erkenning bodemkwaliteit kan worden verkregen op grond van het Besluit bodemkwaliteit. Uit het vijfde lid volgt dat na reparatie van een vloeistofdichte bodemvoorziening of vuilwaterriool, het deel dat is gerepareerd opnieuw beoordeeld en goedgekeurd moet worden door een inspectie-instantie met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 6700. Die beoordeling en goedkeuring van het gerepareerde deel kan achterwege blijven als de reparatie is verricht door een voor BRL SIKB 7700 gecertificeerde onderneming.Toelichting uit Stb. 2018-293 op artikel 5.19 (bodem: beoordeling vloeistofdichte bodemvoorziening)
Beoordeling, goedkeuring en controle van een vloeistofdichte bodemvoorziening zijn noodzakelijk om te garanderen dat stoffen niet in de bodem terechtkomen. Een vloeistofdichte bodemvoorziening die niet wordt gekeurd, gecontroleerd of beoordeeld door een daarvoor erkende persoon of instelling wordt beschouwd als een aaneengesloten bodemvoorziening, omdat in een dergelijk geval niet kan worden gegarandeerd dat de bodemvoorziening de lekkage van stoffen naar de bodem permanent belet. Een aaneengesloten bodemvoorziening keert stoffen tijdelijk. Uit de specifieke zorgplicht volgt dat morsingen en lekkages op een aaneengesloten bodemvoorziening direct moeten worden opgeruimdDeze informatie is afkomstig van de website www.iplo.nl